De dagboeken van Etty Hillesum

Blog

Eind deze maand geef ik college aan de SPSO/Academie voor Integrale Menswetenschappen in Utrecht, een opleiding voor psychosociaal hulpverleners waar ik zelf ook opgeleid ben.

Het college gaat over de jonge Joodse vrouw Etty Hillesum. Tussen 1941 en 1943 (in dat jaar kwam zij om in Auschwitz) schreef zij vele dagboeken vol. Deze dagboeken zijn voor mij nog steeds een enorme inspiratiebron, en ik zou bijna willen zeggen: ‘voor iedereen verplichte kost’. In deze blog een kleine introductie op het werk van Etty Hillesum.

Chaos

Als Etty haar dagboeken begint is ze een vrouw vol angsten en onzekerheden. Maar niet alleen innerlijk voelt ze zich verscheurt, ook in de wereld om haar heen is het chaos alom: ‘Weer arrestaties, terreur, concentratiekampen, willekeurig weghalen van vaders, zussen, broers. Men zoekt naar de zin des levens en vraagt of het überhaupt nog zin heeft. Maar dit is een zaak, die men alleen met zichzelf en God moet uitmaken. En misschien heeft ieder leven z’n eigen zin en duurt het een heel leven die zin te vinden. Nu ben ik tenminste alle samenhang met de dingen en het leven kwijt.’ (65)

Met het dagboekschrijven probeert ze zichzelf bijeen te rapen als haar innerlijk leven in stukken uiteen ligt. Het mooie van Etty Hilesums dagboeken is dat je als het ware met haar meeleeft: ze schrijft niet achteraf haar inzichten op, nee: ook al haar worstelingen met het leven doorleeft ze op papier. Het is troostrijk dat ook iemand die aan het eind van haar jonge leven zo’n wijsheid en evenwicht heeft bereikt, eerder regelmatig op de bodem van de put is geweest: ‘En nu bestaat de dag uit duizend stukjes, de grote vlakte is weer weg en God is ook weer zoek geraakt. En dan die bizarre onrust, die ik nog niet goed weet te plaatsen.

Aanvaarding

Regelmatig moet ze in het reine komen met allerlei sombere stemmingen en onrust. Wel krijgt ze steeds meer het gevoel, dat het nodig is al haar onrustige innerlijk leven te aanvaarden en te doorleven. Pas dan kan het zijn vruchten gaan afwerpen: ‘Maar ik zou me kunnen voorstellen, dat dit de onrust is waaruit later, als ik haar weet te kanaliseren, goed werk geboren zou kunnen worden.’

Ook dit vind ik een mooi gegeven: somberheid en onrust zijn niet zozeer zaken die ‘weg’ moeten, maar eerder aanvaard als onderdeel van het levensproces, aspecten van een ‘omvormingsproces’: je kunt niet ergens komen zonder werkelijk alle onderdelen van het leven te omarmen:‘Het [leven] is zelfs zinrijk in z’n zinneloosheid, mits men maar voor alles een plaats inruimt in z’n leven en het hele leven als een eenheid in zich draagt en dan is het toch op de een of andere manier een gesloten geheel. En zodra men onderdelen daarvan wil uitschakelen en niet accepteren en men eigenmachtig en willekeurig dit van het leven wel wil aanvaarden en iets anders niet, ja dan wordt het inderdaad zinneloos, omdat het niet meer één geheel is en alles willekeurig wordt.’ (491)

Dit proces van aanvaarding gaat steeds verder: ‘En dat wordt me steeds duidelijker: hoe het alles bij je leven hoort en niet ontkend mag worden: je treurigheid en vermoeidheid en ook je overmoedigheid en je vergissingen en je oppervlakkige momenten en de jalouzie, waartegen je vecht en innerlijke oneerlijkheid, die je herkent. En je moedeloosheid en je overmoedigheid. Je draagt het allemaal samen met je mee en laat geen moment in je leven verweesd raken, er is onderdak bij jou en ook begrip (216).’Om haar heen woedt de oorlog, maar innerlijk groeit er vrede: ‘En toen plotseling vliegmachines, afweergeschut, schieten, bommen, zo dreunend als in lang niet. Vlak om het huis, leek het. En het werd me opeens weer klaar bewust hoeveel huizen er over de hele wereld dagelijks boven mensen instorten. […] Lichtkogels langs de dreigende, kale stam voor m’n venster. Gedreun. En ik dacht: er kan hier ieder ogenblik een granaatscherf door dit venster komen. Dat is toch mogelijk. En ook is mogelijk, dat men veel pijn moet lijden. En tòch voelde ik me zo diep vredig en dankbaar gestemd, daar in m’n bed’. (320)

Eenvoud

Hoe verder Etty’s leven vordert, hoe meer het in het teken komt te staan van de eenvoud: ‘En altijd weer: zeer bescheiden zijn – En steeds eenvoudiger worden. Zeer zeer eenvoudig worden en zijn en léven. Niet alleen voor jezelf, in je stille en beste momenten die eenvoud en wijdte in je voelen, maar ook in je dagelijks leven, geen sensaties om je heen uitstrooien, niet interessant willen doen, afstand doen, eerlijk en misschien na een strijd, van het interessant-gevonden-willen-worden-door-de-buitenwereld. Maar de eenvoud werkelijk in je leven en in de atmosfeer om je heen verwerkelijken. Ja werkelijk zeer bescheiden en eenvoudig zijn en wachten en openstaan en groeien laten en ook werken! (328)’. Overigens was dat voor Hillesum zelf ook niet altijd gemakkelijk, zoals blijkt uit dit citaat: ‘Het is heus nog niet zo eenvoudig met de eenvoud’. (214)

Westerbork

Etty duikt niet onder, maar gaat weloverwogen naar Westerbork. Een beslissing die jaren na dato in veel opzichten moeilijk te begrijpen is, maar in het licht van haar ontwikkeling juist ook heel goed te plaatsen. Overlevenden van Westerbork bevestigen dat Etty in het kamp een ‘lichtende persoonlijkheid’ was, die veel mensen tot steun wist te zijn. Uiteindelijk wordt zij op 7 september 1943 met haar hele familie op transport gesteld. Een Rode-Kruisbericht meldt op 30 november 1943 Etty’s dood in Auschwitz.

Het lezen van haar complete werk is een absolute aanrader. (Hillesum, Etty. (1991) ‘De nagelaten geschriften van Etty Hillesum’ 1941-1943’. Amsterdam, Uitgeverij Balans

Ook is de verkorte versie van de dagboeken momenteel heel goedkoop verkrijgbaar onder de titel: ‘Het verstoorde leven’.

0 Comments

Related posts:

Pin It on Pinterest

Share This