Stel je voor: je bent aan het tobben over iets, je hebt een probleem. Iets zit je dwars. Het houdt je de hele dag bezig, totdat je ’s avonds naar bed gaat en in slaap valt.
Zonder dat je het door hebt, gebeurt er ’s nachts een wonder. Je probleem lost zich op, inderdaad: als door een wonder! Alleen: jij hebt geslapen, en weet dus niet dat het wonder heeft plaatsgevonden. Als je ’s morgens wakker wordt, wat zullen dan de eerste dingen zijn waaraan je merkt dat het wonder heeft plaatsgevonden?

Bovenstaande vraag staat in de coachingsmethodiek bekend als ‘De Wondervraag’. Hij is ontwikkeld door Insoo Kim Berg, de grondlegger van de oplossingsgerichte therapie. De kracht van de vraag is dat je je focust op de oplossing van een probleem, en niet op het probleem zelf. Dit lijkt zo voor de hand te liggen, maar is in de praktijk lang niet altijd makkelijk. Het probleem ken je inmiddels uitentreuren, maar de oplossing: daar is verbeeldingskracht voor nodig!

De oplossingsgerichte therapie en coaching is ontstaan uit onvrede met de meer gangbare therapievormen waarin vooral de nadruk lag op de onvermogens, tekorten en problemen van cliënten. Oplossingsgerichte therapie en coaching richt zich meer op de vindingrijkheid, kracht en wijsheid die cliënten zelf al in huis hebben, maar waar ze op de een of andere manier geen voeling mee krijgen. Oplossingsgerichte therapie en coaching begint als het ware ‘aan het eind van het verhaal’. Vanuit de inspiratie, de creativiteit en de hoop die ontstaat als beelden van de oplossing zich beginnen te vormen, ontstaan makkelijker ideeën over de weg naar de oplossing toe.

Zin om zelf aan de slag te gaan met de wondervraag? Neem twee vellen papier en kleurpotloden of krijg. Teken op het eerste vel jezelf, met je probleem. Werk snel, denk niet teveel na! Teken op het tweede vel jezelf, als je wakker bent geworden na de nacht waarin het wonder is geschied. Doe dit uitgebreid, verwerk alles wat er in je opkomt aan beelden in je tekening.

Stel je voor: als het totale wonder is geschiedt, dan zit je (op een schaal van 1 tot 10) op 10.
Waar zit je nu, in je huidige toestand? Op een 3? Of op een 5? Waar zou je over een tijdje willen zijn? Welke concrete, kleine stapjes kun je nemen om dichter bij de 10 te komen?

Pin It on Pinterest

Share This