Herken je dat vervelende, kritische, afbrekerige stemmetje in jezelf? Die klierige figuur die altijd twijfelt aan wat je aan het doen bent? Die perfectionistische zeurpiet voor wie het nooit goed genoeg is?
Dat statusgevoelige onzekere type, die ‘iemand’ wil zijn in de wereld? Die aanzien wil? Die graag de controle over het leven wil houden, en liefst zoveel mogelijk zekerheid inbouwt? Die altijd bang is om tekort te komen of tekort te schieten? Die jaloers is op alles en iedereen die het goed lijkt te hebben?
😉
En herken je ook die stroom van blijdschap in jezelf, die je soms zomaar kan overvallen? Van waaruit je soms met enorm veel gemak iets doet zonder er bij na te denken? Waarvan je niet eens denkt: ‘zo, dat heb ik toch maar mooi gedaan’, omdat het zomaar uit je floepte.
Of waarbij je voelt dat er grotere, diepere krachten aan het werk waren, en jij als het ware ‘de handen en voeten van God was’? Waarbij je eigenlijk alleen maar dankbaarheid ervaart, gewoon omdat je leeft, en als vanzelf je ‘ding’ doet? Waarbij je achteraf met verbazing kunt vaststellen hoe jij precies de juiste persoon op de goede plaats was, en precies het goede zei of deed?
Als je je werk met bezieling wilt doen, dan hoop je dat te doen vanuit die diepere bron. Vanuit die oerstroom, waar jij een onderdeel van bent.
Zonder Waarom
Sunder warumbe, zei de middeleeuwse mysticus Meister Eckhart, Zonder Waarom. Je doet het, omdat je het doet. Omdat het leven door jou heen beweegt, en via jouw ogen, jouw hersens, jouw handen, jouw muzikaliteit, jouw creativiteit, jouw bijzonderheid heen tot uitdrukking komt.
Dat is iets prachtigs
Nou zit er alleen een addertje onder het gras. Dat ‘kleine ik’, waar ik het eerder over had, denkt niet in termen van ‘bezield worden’ of ‘het leven dat door jou heen beweegt’. Nee, de dingen die goed gaan schrijft ie op zijn of haar eigen conto.
Dus als je in zo’n ‘flow’ zit, en de dingen als vanzelf uit je handen lijken te vliegen, dan kan het zijn dat het kleine ik daar een identiteit aan ontleent. ‘Goh, wat ben ik eigenlijk goed’. ‘Dat heb ik toch maar mooi voor elkaar!’
Wat misschien even een tijdje goed voelt, maar daarna komt de terugslag. ‘Ben ik eigenlijk wel zo goed?’ ‘Slaat het eigenlijk wel ergens op, wat ik doe?
En je bent terug in de wellicht bekende achtbaan van ‘Himmelhoch jauchzend’, zum Tode betrübt’, die zo kenmerkend is voor de ervaring van ‘het kleine ik’. De dankbaarheid en simpele blijdschap vervliegen, en maken plaats voor een gevoel van gestresste, competitieve en angstige prestatiedruk.
Wat kun je daaraan doen?
Weinig, vrees ik 😉
Dat is nou eenmaal, wat het kleine ik doet.
Maar het is een grote troost, dat dat weidsere ik, die ruimere ervaring van zijn, altijd beschikbaar is.
Onder het geraas van de gedachten-snelweg die eigen is aan het kleine ik is altijd dat stille zoemen aanwezig van … ja, hoe zal ik het noemen. God? Ruimte? Liefde?
En dat stille zoemen, die liefdevolle ruimte, heeft ook meer dan ruimte genoeg voor het drukke, gestresste en kritische gedoe van het kleine ik.
En kan daar misschien zelfs geamuseerd om lachen. Neemt het allemaal niet zo serieus. Weet dat ook dit wel weer voorbij waait. Die weet dat je ware identiteit niet ligt in wat je presteert of hoe goed jouw verhaal klinkt ten opzichte van andermans verhaal. Maar dat je thuisbasis ligt in die diepere, ruimere werkelijkheid die alles omvat, alles begrijpt en alles aanvaardt.
Waardoor dat kleine ik zich kan ontspannen, zich even niet zo druk hoeft te maken met controle- en overlevingswerkzaamheden. De drang tot zekerheid even kan loslaten, en zich toe durft te vertrouwen aan de stroom van het leven.
Lieve groet!
Simone
Verantwoording foto: www.flickr.com, fotograaf tamak