Dit weekend was ik op trainingscentrum De Voorde, voor een opleidingsweekend van de opleiding tot stembevrijder. Ik bladerde daar in één van de uitgetypte oude lezingen van Marcel Derkse, de oprichter van De Voorde, toen mij iets trof wat hij schreef over het begrip discipline.
Ik associeer discipline makkelijk met iets wat ik mezelf opleg omdat het er nou eenmaal bij hoort, een soort noodzakelijk kwaad. Als ik niet regelmatig mijn bureau opruim, wordt het een bende, raak ik dingen kwijt en lopen dingen in het honderd. Als ik niet regelmatig oefeningen doe en hardloop, word ik stijf en stram, dus het moet maar. Als ik niet regelmatig een nieuwsbrief verstuur houd ik geen contact met mijn cliënten. Dus tanden op elkaar, en schrijven maar.
De wortel van het woord discipline is ‘discipel’, en dat betekent ‘leerling’. Deze betekenis laat een heel andere kant van het fenomeen discipline zien. Door een bepaalde discipline maak je jezelf tot leerling. Je creëert vrijwillig een ruimte, waarin je kunt leren. Je verkleint de wereld aan mogelijkheden tot een te bevatten taak, en zet je daar dan ook daadwerkelijk aan.
En doordat je je ook werkelijk tot die ene taak bekent, wordt het ook mogelijk om tegen innerlijke drempels aan te knallen. Ik durf niet te schrijven. Ik weet niet wat ik wil. Ik ben een en al onrust en onzekerheid. Wat heb ik eigenlijk te melden? Waarom doe ik dit eigenlijk, een eigen praktijk? Zonder discipline kun je met gemak om je angst heen laveren. Dan schrijf je toch niet? Er zijn nog duizend-en-een andere klusjes om je in te verliezen.
Kleine vormen van discipline kunnen dus helpen om de oneindige tijd en de oneindige mogelijkheden in te kaderen, om zo leerlingschap mogelijk te maken. Om een paar voorbeelden te noemen:
- Een wekkertje zetten om je niet te verliezen in oeverloos doorwerken. Maak bijvoorbeeld periodes van 45 minuten werktijd, met vijf (of meer) minuten pauze tussendoor.
- ’s Ochtends je werkdag beginnen met twee, vijf of vijftien minuten meditatie, aandachtsoefening of gebed. Daarmee zet je de toon voor de werkdag. Niet door een goede stemming af te dwingen, maar om ruimte te maken voor alles wat er is: voor het puin, de brokstukken en de twijfel én voor de schoonheid en inspiratie die er uit je wil stromen.
- Je werkdag op tijd en bewust afsluiten (in plaats, van zoals ik nogal eens doe, tot het allerlaatste moment doorstressen, om daarmee de volgende fase van de dag, bijvoorbeeld het avondeten, alvast met stress te doordrenken).
- Regelmatig een nieuwsbrief schrijven. Niet wachten tot je geïnspireerd bent of positief gestemd bent, maar op regelmatige basis de tijd en de ruimte te nemen om dat wat je hebt aan kennis en bevlogenheid naar buiten te brengen om zo contact te houden met de potentiële afnemers van jouw dienst.
Zo kun je ook naar je praktijk in zijn geheel kijken. Uit alle mogelijke beroepen en werkvormen heb je de zelfstandige praktijk gekozen om daarmee in je levensonderhoud te voorzien.
Door je praktijk als discipline te zien, als regelmatig terugkerende serie van taken die je jezelf hebt gesteld, wordt leren mogelijk. Je wordt leerling van je eigen praktijk. Je kunt je laten vormen door datgene waar je eigen praktijk je tegen aan laat botsen (en dikke kans is dat je cliënten direct of indirect profijt hebben van dit leerproces).
De onzekerheid, angst of schaamte waar het hebben van een eigen praktijk je mee kan confronteren kan daardoor in een ander licht komen te staan. Niet als iets wat je zo snel mogelijk weg dient te moffelen, of iets dat een teken is dat je het eigenlijk helemaal verkeerd aanpakt. Maar als iets dat waardig en waardevol is, en een integraal onderdeel is van het leerling zijn.
Wil je reageren op dit artikel? Graag!
Foto: www.flickr.com. Fotograaf: crypto. Licentie: Creative Commons.
0 Comments