Veel mensen hebben behoefte aan coaching omdat ze worstelen met de vraag: ‘wat wil ik nou eigenlijk met mijn leven?’. Een legitieme vraag. Als je het gevoel hebt dat je levensinvulling niet bij je past, dat je je werk saai of zelfs oervervelend vindt, dan voel je je ongelukkig. Hoogstwaarschijnlijk ben je met enige regelmaat ook niet altijd de meest plezierige persoon voor je omgeving. Genoeg redenen om in actie te komen, en, al dan niet met een coach, op zoek te gaan naar wat je wel inspireert.

Maar: in mijn beleving is dit niet het hele verhaal. Als je niet uitkijkt, kan de zoektocht naar een meer vervullend leven een soort ‘vlucht naar voren’ worden. Voor je het weet ben je de hele tijd aan het rennen. Weg van het hier en nu, naar het ‘daar en dan’. In de hoop, dat het ‘daar en dan’ wel prettig is. En dikke kans is er ook in het ‘daar en dan’ wel weer iets wat niet zint. Waardoor je eigenlijk altijd een beetje op de vlucht bent.

Coaching is in mijn visie dus alleen compleet als het zoeken naar een passende levensinvulling ondersteund wordt door het gaan cultiveren van een levenshouding waarin ‘de dingen mogen zijn zoals ze zijn’. Dit is paradoxaal. De grondlegger van de humanistische therapie, Carl Rogers, schreef al: Alleen vanuit aanvaarding van wat is, kan verandering voortkomen. Of zoals een vriendin van mij het laatst verwoordde: ‘uit iets wat zou moeten zijn kan niets ontstaan’.

Aandacht, aanvaarding, mindfulness, het zijn allemaal termen voor die houding die als het ware je helpt oefenen in ‘hier en nu zijn’, ‘met de dingen zijn’, ‘werkelijk in je lijf zijn’, ‘de gevoelens en ervaringen dragen’. Dit is niet altijd makkelijk, soms zijn je ervaringen moeilijk, onprettig, pijnlijk. Om met Lao Tse te spreken: ‘Heb je geduld om te wachten tot de modder naar de bodem zakt, en het water helder wordt? Kun je onbeweeglijk blijven tot de juiste handeling vanzelf bovenkomt?’

Al oefenend kun je langzamerhand toegroeien naar een houding, waarin je minder grijperig wordt naar het fijne, het leuke en het prettige, en minder wegduwerig wordt naar het vervelende, het pijnlijke, het moeilijke. De ervaring is er, en je hebt genoeg ruimte en rust (en geduld, zoals Lao Tse ons voorhoudt) om de ervaring er te laten zijn, in de wetenschap dat alles in beweging is, en dat de ervaringen zullen komen en gaan. Juist die niet-dwingende, niet-eisende houding naar je ervaringswereld, maakt dat je levenskwaliteit toeneemt. Dan kan inzicht in de juiste handeling vanzelf bovenkomen.

Mindfulness kun je oefenen:

  • Doe een ding tegelijk.
  • Doe het langzaam en neem je tijd.
  • Doe minder op een dag, en plan ruimte tussen je bezigheden in.
  • Doe af en toe helemaal niets, al is het maar een paar minuten per dag
  • Wees je bewust van je zintuigen. Proef, ruik, voel, hoor, zie.
  • Wees je bewust van je adem. Voel je inademing, je uitademing. Ervaar dat je je adem niet hoeft te dwingen. Je adem ademt zichzelf.
  • Leef in je lichaam. Bewoon je voeten, je handen. Laat de adem door heel je lijf stromen.
  • Wees in het moment. Word je ervan bewust, wanneer je met je gedachten in de toekomst of in het verleden zit. Breng jezelf rustig en zonder oordelen terug naar het hier en nu.
  • Gebruik dagelijkse terugkerende activiteiten als koken en schoonmaken als mindfulness-oefening. Doe de dingen met aandacht en zonder haast.
  • En misschien wel het allerbelangrijkste: cultiveer een ‘beginners mind’! Denk niet dat je moet presteren op de mindfulness-weg. Elk moment is weer een nieuw begin, en je blijft leerling van het leven. 

Tot slot. Voor wie het leuk vind: tot slot een video van de monnik Thich Nhat Hanh over mindfulness, met als prachtige motto: ‘stop running’!

{youtube}aubF7v-MlMM{/youtube}

Pin It on Pinterest

Share This