Een van de diepst ingebakken vooronderstellingen in onze cultuur, is dat ons welbevinden veroorzaakt wordt door onze innerlijke en uiterlijke omstandigheden (zie ook mijn vorige blog).
Wil je gelukkig zijn, dan is het dus de kunst om je omgeving te vormen naar jouw wil. Zoek naar de juiste baan, creëer het juiste bedrijf, kies de juiste partner, krijg het juiste kind. En verwerk vervolgens je verleden, herken je negatieve gedachtenpatronen, en neem je leven in eigen hand. Als dat allemaal naar wens gaat, dan ligt ons welbevinden binnen handbereik.
Wat ik de laatste tijd een enorm inspirerende en vooral bevrijdende gedachte vind, is dat het zo misschien helemaal niet werkt…
Je ware thuis
Allemaal kennen we de ervaring, dat we inderdaad de juiste partner hebben (of de juiste baan of…). En toch overvallen worden door een schrijnend gevoel van ongelukkigheid.
Of andersom: we menen niet de juiste baan, partner, woning, vrienden, levensinvulling enzovoorts te hebben, en ondanks dat kunnen we opeens een diepe tevredenheid ervaren, die nergens op gestoeld lijkt te zijn. ‘De vrede des Heren’, dat kom er dank zij mijn gereformeerde opvoeding dan in me op…
Ik denk dat die gereformeerde jongens (ik vermoed dat er tussen de tekstschrijvers niet zoveel meisjes zaten) niet duidden op het soort geluk dat je voelt omdat je geluk hebt, of omdat je iets gelukt is. Het gaat hen eerder om de diepe ervaring van welbevinden, van ‘rusten in Zijn’. Die ervaring gaat woorden te boven, en is tegelijkertijd bijzonder maar eigenlijk eerder nog doodnormaal. Het is ons ware thuis.
Iedereen, inclusief ikzelf, verlangt naar die ervaring van thuis zijn. En het lijkt erop, dat we om thuis te komen, eerst heel hard moeten werken, heel hard moeten slagen in het leven, heel hard de juiste partner moeten vinden, en de juiste levensomstandigheden creëren. Daarnaast moeten we vooral ook heel hard aan onszelf werken, ons stormachtige gevoelsleven in goede banen leiden, we moeten heel hard mediteren, en vooral ook heel hard onze gedachten loslaten…
Maar hoe moeilijk het soms ook (en dat geldt ook voor mij) te geloven is: je bent al thuis. De ‘vrede des Heren’ wordt niet veroorzaakt door de omstandigheden of door ons harde werken, maar welt uit de diepte van ons leven op. Paradoxaal genoeg maakt juist het rennen en draven, de grote zelfverbeteringsqueeste waar we in zitten, en het chronische van-hier-haar-daar-zien-te-komen het zo moeilijk om dat te voelen en te zien.
Grote stilte….
En dan komt de volgende vraag op: waarom zouden we dan nog ergens heen willen? Als ons diepste welbevinden ons geboorterecht is, waarom zouden we dan nog doelen stellen, of ergens naar verlangen? Waarom zouden we werken aan ons bedrijf? Waarom ons zo inspannen, als het resultaat van al dat harde werken niet die de innerlijke vrede is?
We zijn scheppende wezens
Ik denk dat dat komt, omdat we creatieve, verlangende, scheppende wezens zijn. We kunnen het creëren niet laten! Zet maar eens een paar kinderen bij elkaar, dan zie je het direct. We zijn niet alleen geschapen wezens, we scheppen zelf ook! In dat opzicht zijn we allen kunstenaars.
We zien de wereld om ons heen, en dromen van hoe de wereld mooier kan. We zien ons eigen leven, en merken op waar we ons licht nog onder de korenmaat zetten. We zien anderen, en krijgen ideeën voor samenwerking, voor creatieve actie.
En als we de dingen niet meer doen om ons ware thuis te bereiken, maar juist vanuit ons ware thuis, kan dat verlangen zich met zoveel meer rust en vertrouwen in alle natuurlijkheid ontwikkelen, en zijn weg zoeken in de wereld.
De schat ligt onder je voeten, en niet in een of ander ver en vreemd land. Vanuit die wetenschap kun je onbekommerd op reis gaan en je droom volgen.
Een fijne week gewenst!
Simone
Verantwoording foto’: www.flickr.com, fotograaf aia*c