alt
Onlangs las ik een mooi stuk van Frits de Lange in Trouw. Het ging over hoe in onze maatschappij de druk om als individu ‘iemand’ te worden die zowel in zijn eigen ogen als in de ogen van anderen enorm hoog is. We leggen de lat steeds hoger, en het is steeds moeilijker om aan onze eigen eisen te voldoen. Je moet iets maken van je leven. En niet zomaar iets, het moet een kunstwerk worden! Iets bijzonders! Frits de Lange betoogt dat juist deze prestatiedruk veel mensen te veel wordt, en tot ernstige depressies kan leiden.

Dit stuk raakte me.
Ik ben coach, en ik help mensen om te durven dromen, om datgene wat ze het liefste zouden willen doen te gaan doen. Ik vind het zelf altijd prachtig om te zien, als mensen hun kwaliteiten ontdekken, en daar steeds meer vorm aan gaan geven.

Toch zie ik ook de gevaren die Frits de Lange ziet. Het is heel goed als mensen zelf stappen zetten om hun leven vorm te geven op een manier die zij zinvol en waardevol achten. Maar deze ‘zelf-vormgevende’ kant van het menselijk bestaan, moet in evenwicht gehouden worden door de radicale acceptatie van je eigen halfslachtigheid, je eigen geklungel, je eigen gemier en geknoei.
Etty Hillesum, mijn favoriete schrijfster, heeft daarover een prachtig citaat: ‘‘En dat wordt me steeds duidelijker: hoe het alles bij je leven hoort en niet ontkend mag worden: je treurigheid en vermoeidheid en ook je overmoedigheid en je vergissingen en je oppervlakkige momenten en de jalouzie, waartegen je vecht en innerlijke oneerlijkheid, die je herkent. En je moedeloosheid en je overmoedigheid. Je draagt het allemaal samen met je mee en laat geen moment in je leven verweesd raken, er is onderdak bij jou en ook begrip (De nagelaten geschriften van Etty Hillesum, p. 216).’

Het paradoxale daarvan is: als die complete acceptatie er af en toe even is, dan kan onverwacht een enorme blijheid  om het bestaan doorbreken. En dat is dan geen afgedwongen vreugde, omdat jij zonodig een kunstwerk moet maken van je leven, maar simpele vreugde die je gewoon zomaar gegeven wordt.
Dan kan ook het zoeken naar wat je werkelijk wilt met dit leven ook veel minder dwingend en eisend worden. Jouw ‘eigenwaarde’ hangt er niet van af. Die eigenwaarde valt toch niet af te dwingen, die is gegeven.
Dan wordt je eigen zoekproces meer een tocht naar een antwoord op de vraag: ‘op wat voor manier heeft de wereld het meest aan mij?’. Of zoals Viktor Frankl (over wie Frits de Lange ook prachtig schrijft, en op wie ik later zeker nog eens terug kom) het zegt: ‘Wat voor vraag stelt het leven mij? En op wat voor manier kan ik daar met mijn leven antwoord op geven?’

Pin It on Pinterest

Share This