Stel je voor: een kristalheldere zee. Je kunt tot op de bodem zien. Je ziet vissen, koraal, zeeanemonen. Prachtig.
En dan komt er iemand langs die met een lange stok in de bodem wroet. Zand wervelt omhoog, en de schoonheid en rust wordt wreed verstoord. Bruine soep is alles wat je nog ziet, weg zijn de vissen en de schitterende kleuren.
Rode knoppen
Dit is een mooie metafoor voor het gewone dagelijkse leven. Want: op het moment dat je net denkt: ‘Wat gaat alles goed, wat is het leven mooi’, dan komt er iemand voorbij die op een van je rode knoppen drukt. En het vredige gevoel dat je zojuist nog had is als bij toverslag verdwenen.
Daarvoor in de plaats komt een wervelwind aan gedachten. ‘Dit mag niet, dit kan niet zo zijn, wat denkt die-en-die wel niet, ik pik dit niet’. Vul maar in.
Je pakt je eigen stok erbij, en prikt nog eens wat harder in de bodem: ‘Oh nee, misschien heeft hij/zij wel gelijk. Ik kan er toch niets aan doen? Hoe moet het nu verder?’. Etcetera.
Zo’n werveling van gedachten en gevoelens kan dagen aanhouden, weken en zelfs jaren. En zolang je blijft roeren en prikken blijft het water troebel.
Kun je wachten?
Boeddhisten stellen op zo’n moment de volgende vraag:
‘Kun je wachten tot het water helder wordt?’
Onze gewoonte is om door oplossingen te zoeken en oorzaken te verhelderen de storm in je hoofd tot bedaren te brengen.
Maar het tegendeel is waar: alleen als de draaikolk van gedachten tot rust is gekomen kunnen oplossingen ontstaan. Alleen dan kun je oorzaken verhelderen, je eigen aandeel en dat van de ander uit elkaar houden en op een zinvolle manier in gesprek gaan.
Mijn ervaring is dat dat wachten niet eenvoudig is. Als eenmaal de kwaadheidshormonen door je lijf gieren lijkt het alsof jij het grootste gelijk van de wereld hebt, en dat je dat zult krijgen ook. En wel nu!
Maar zolang je gedachten niet tot rust zijn gekomen, is constructieve actie niet mogelijk. Dan is de wereld verdeeld in tweeën: ik & de ander, goed & fout. Dan blijf je in je eigen gelijkhebberigheid hangen en met je vinger wijzen. Je zou bijna kunnen zeggen: hoe groter het aantal gedachten per minuut, hoe geringer je innerlijke wijsheid.
Het leren wachten gaat niet vanzelf. Want juist als je gedachten in de hoogste versnelling gaan lijkt de noodzaak tot handelen het grootst. Voor je het weet heb je dingen gezegd die anderen kwetsen of dingen gedaan waar je later spijt van hebt.
We leren door schade en schande is mijn ervaring, en vaak is de leercurve niet al te steil ;-).
Wachten is wachten
Misschien is daarbij nog wel het belangrijkste om te beseffen, dat wachten ook echt wachten is. Je duwt het opgedwarrelde zand niet naar beneden. Je haalt het niet door een zeef. Je wacht rustig af tot het zand als vanzelf naar beneden zakt, en dat kan een tijd duren.
Je kunt het niet forceren, want juist dat forceren brengt het zand weer in beweging. En je kunt erop vertrouwen dat het zand van nature naar de bodem zakt, en dat het water van nature helder is.
Ook al wordt er nog zo vaak en nog zo langdurig in geroerd…
Een heel fijne week gewenst!
Simone