Deze week las ik een stukje van Ben Tiggelaar in de Intermediair. Het ging over een discussie die hij had met een groepje filosofiestudenten. Deze studenten baalden ervan dat er zo’n lastig arbeidsmarktperspectief was voor filosofen. Ze mopperden een beetje op ‘het bedrijfsleven’, op ‘de werkgevers’, dat ‘ze’ geen banen voor hen hadden.

Ben Tiggelaar werd daar langzamerhand kriegel van. Hij gaf die studenten uiteindelijk iets pinniger dan hij eigenlijk wilde als repliek, dat als zij graag als filosoof willen werken, ze niet moeten wachten op kant-en-klare loondienstbanen, maar zelf het initiatief moeten nemen. En zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen om aan anderen uit te leggen waarom hun werk nuttig is in de wereld en waarom het de moeite waard is om geld aan hun diensten uit te geven.

Ben Tiggelaar heeft een punt.

Er is inderdaad een groot verschil tussen werken in loondienst, en werken in een eigen praktijk of bedrijf. In loondienst hoef je jezelf niet te legitimeren voor het feit dat je dit werk doet. Het feit dat je die baan hebt, betekent dat je werkgever kennelijk bereid is geld neer te tellen voor jouw aanwezigheid. Anders zou je die baan niet hebben.

In een eigen praktijk ligt dat heel anders. Daar hoort bij, dat je aan je klanten uitlegt, waarom geld aan jou uitgeven hen zoveel gaat opleveren. En wat jouw diensten voor hen kunnen betekenen.

Dit is lang niet altijd zo makkelijk, om een aantal redenen. Misschien herken je er een paar van:

  • Onbewust heb je het ‘loondienstmodel’ in je hoofd. Het grootste gedeelte van de mensen om je heen werkt in loondienst. Het hele idee dat je daadwerkelijk je dienst moet ‘verkopen’ stoot je af. Klanten moeten ‘vanzelf’ op je afkomen
  • Je bent introvert en bescheiden van aard. Je doet graag en met veel liefde je werk, maar het idee om mensen uit te leggen waarom dit werk nu zo nuttig en zinvol en wezenlijk is, gaat je veel minder makkelijk af.
  • Je vind het doodeng om je te laten zien. Allerlei onzekerheden en angsten die je op andere levensgebieden wel zo’n beetje voorbij bent, steken op het gebied van het zelfstandig een praktijk voeren opeens en onverwacht genadeloos de kop op.
  • Je voelt je al gauw de klassieke tweedehands autohandelaar, die aan het leuren is met zijn waar. Je bent bang om je op te dringen, en dat mensen je vervolgens onaardig gaan vinden.
  • Je werk is complex en gaat diep. Zodra je begint uit te leggen wat het zou kunnen betekenen voor je cliënten begin je te stamelen, want je hebt er eigenlijk geen woorden voor.

Als je een eigen praktijk hebt, ontkom je er eigenlijk niet aan om al deze kwesties aan te pakken. Als je werkelijk het werk wilt doen waartoe je je geroepen voelt, hoort verantwoordelijkheid nemen voor het uitleggen aan je potentiële klanten waarom jouw werk zo belangrijk en zinvol is, er helemaal bij.

Dat kan in eerste instantie moeilijk, zo niet onmogelijk lijken. Maar als het je lukt om de demonen in de armen te sluiten die bij dit proces gegarandeerd de kop opsteken komt niet alleen je praktijk of bedrijf veel beter uit de verf. Jijzelf waarschijnlijk ook.
 

 

Wil je aan de slag met je eigen praktijk? 8 december start het traject: de basis van een bloeiende praktijk. Klik voor meer informatie hier.

 

verantwoording foto: www.flickr.com, fotograaf bored-now onder een Creative Commons License.

Pin It on Pinterest

Share This